Paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

Gebouwen

Onderwijsgebouwen

Beleidskader

De gemeente heeft de zorgplicht (wettelijke taak) om te voorzien in voldoende huisvestingscapaciteit voor de scholen van het primair - en voortgezet onderwijs. Hieronder vallen ook de gymzalen voor het bewegingsonderwijs. De schoolbesturen zijn daarnaast verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van de schoolgebouwen. Gezamenlijk zijn de gemeente en de schoolbesturen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de huisvesting. Samen trekken we op daarin de doorontwikkeling van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) waar afspraken worden gemaakt over uitbreiding, vervangende nieuwbouw of renovatie van schoolgebouwen en gymzalen.

Uitvoering

Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen van het primair- en voortgezet onderwijs volledig verantwoordelijk voor het beheer, exploitatie en onderhoud van de schoolgebouwen. Zij ontvangen daarvoor rechtstreeks middelen van de rijksoverheid via de materiële instandhouding (lumpsum). Het groot onderhoud van de gymzalen voor het primair onderwijs is hierop een uitzondering.

Relevante ontwikkelingen

Het onderhoud van de gymzalen wordt jaarlijks uitgevoerd. Daarbij wordt ook gekeken naar lange termijn ontwikkelingen wat betreft vervangende nieuwbouw van gymzalen. Wanneer een gymzaal binnen een termijn van 5 jaar wordt vervangen dan wordt hiermee rekening gehouden bij het nog uit te voeren onderhoud. Investeringen in vervangende nieuwbouw van gymzalen maken onderdeel uit van het Integraal Huisvestingsplan (IHP).

Risico's
Geen.

Financiën
De bedragen die gemoeid zijn met het groot onderhoud van de gymzalen voor het primair onderwijs zijn gebaseerd op een MeerJaren OnderhoudsPlan (MJOP). Dit MJOP wordt voor alle gymzalen opgesteld door de gemeentelijke afdeling Beheer, Erfgoed en Gebouwen. Het onderhoud aan de gymzalen is voor 2026 op basis van de MJOP geprognosticeerd op € 28.600,- . Voor de dekking van de kapitaallasten van deze werkzaamheden zijn structurele middelen beschikbaar.  

Overige gebouwen

Beleidskader
In de Kadernota Vastgoedmanagement zijn de beleidskaders vastgelegd voor het ontwikkelen en beheren van de gemeentelijke vastgoedportefeuille. In het hoofdstuk Onderhouden is opgenomen dat wij meerjarenonderhoudsplannen (MJOP's) opstellen voor ons kernbezit. De gebouwen in ons kernbezit voldoen minimaal aan conditieniveau 3 op basis van de NEN2767. Eén keer per drie jaar worden alle MJOP's geactualiseerd. Het niet-kernbezit wordt risico gestuurd onderhouden, waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat het functioneel en veilig moet zijn, het moet voldoen aan de wettelijke eisen en bruikbaar is voor de functie waarvoor het wordt ingezet. Als er voor een af te stoten gebouw geen MJOP gemaakt wordt, controleert de beheerder periodiek met een risico-scan of een gebouw nog veilig is aan de wettelijke eisen voldoet en of er onderhoudsrisico’s zijn waar de komende periode keuzes in gemaakt moeten worden.

Het onderhoud van de verhuurde gebouwen van Vastgoed vindt plaats op basis van een meerjarig onderhoudsplan (MJOP). Jaarlijks wordt naast het dagelijks onderhoud, het planbare onderhoud behorende bij een jaarschijf, met de jaaropdracht opgedragen aan de afdeling Leefbaarheid en vitale wijken, welke de uit te voeren werkzaamheden uitbesteed. Het dagelijks onderhoud wordt gedekt vanuit structureel geld. Het planbare onderhoud wordt verrekend met de onderhoudsreserves D06 “Onderhoud wijk- en buurtcentra”, D08 “Onderhoud verhuurde panden'' en D09 “Onderhoud gemeentelijke huisvestingspanden”. Dit zorgt voor een consistente structurele last in de begroting. Een deel van het onderhoud uit het MJOP wordt als Vervangingsinvesteringen (VVI) gekenmerkt. Dit onderhoud komt niet meer ten laste van de onderhoudsreserves, maar resulteert het jaar erop in kapitaallasten. Voor deze kapitaallasten is een structurele dekking, die de komende jaren ieder jaar oploopt. De storting en onttrekking uit de onderhoudsreserves zijn gebaseerd op een tienjarig gemiddelde. Deze worden ieder jaar bij de eerste bestuursrapportage aangepast op basis van de jaaropdracht van dat jaar.

Samenstelling vastgoedportefeuille

Aantal 

m2 BVO 

Kernbezit

151

253.968

Huisvesting gemeentelijke organisatie

9

28.736

Maatschappelijk vastgoed

96

213.170

Monumentaal vastgoed

18

4.165

Overig vastgoed

28

7.897

Niet kernbezit

31

46.467

Overig vastgoed

24

19.549

Strategisch vastgoed

7

26.918

Totaal 

182

300.435

Uitvoering
Het actueel houden van de onderhoudsplanningen is een continu proces. Nieuwe onderhoudsplanningen voor de komende jaren geven een doorkijk naar de benodigde onderhoudsbudgetten en de verwachte kapitaallasten vanuit de VVI. De staat van onderhoud van de verhuurde gebouwen kan worden getypeerd als redelijk tot goed. Door de grote diversiteit van de gebouwen, zowel in omvang als naar bouwaard en de toegepaste bouwmaterialen, zijn er echter verschillen waar te nemen. Alle gebouwen zijn verzekerd door middel van een Uitgebreide Gevaren Verzekering.

Risico's
Het planbare onderhoud wordt gebaseerd op een MJOP. Door prijsstijgingen zijn de lasten die zijn opgenomen in het MJOP het afgelopen jaar flink gegroeid. Zoals het nu lijkt zijn de reserves D06 “Onderhoud wijk- en buurtcentra”, D08 “Onderhoud verhuurde panden'' en D09 “Onderhoud gemeentelijke huisvestingspanden” op dit moment voldoende gevuld voor gedegen onderhoud tot en met 2029. Het risico bestaat dat deze lasten de komende jaren nog verder stijgen, waardoor de onderhoudsreserves onder druk komen te staan. De storting in de onderhoudsreserves zou daar op aangepast moeten worden. Als gevolg hiervan kunnen ook de VVI hoger uitvallen, wat zal leiden tot hogere kapitaallasten in het jaar erop.

Financiën
Op basis van het planning van het meerjarig onderhoud wordt er een langdurige prognose van de ontwikkeling van de onderhoudskosten gemaakt. Deze langjarige prognose vormt de basis van een in de begroting vast te stellen onderhoudsbudget. Voor het gemeentelijk deel is voor 2026 een bedrag van € 1.297.780 begroot. Op dit moment is de hoogte van de vervangingsinvestering (VVI) nog niet bekend. Deze wordt bij de eerste bestuursrapportage gemeld op basis van de jaaropdracht. Het budget voor de kapitaallasten is in 2026, als gevolg van de VVI in 2026, € 170.000. We constateren dat dit bedrag te laag is om structureel goed onderhoud te kunnen doen aan onze gebouwen. Met deze reden is bij de begroting 2026 een structurele, cumulatieve verhoging van de stelpost kapitaallast aangevraagd van € 35.000.

Buitensportaccommodaties; gebouwen

Beleidskader

Voor het groot onderhoud aan de kleedkamers en het Openluchtbad (gemeente is eigenaar en verhuurder van het bad) is een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Vanaf 2026 wordt dit meegenomen in de MJOP van de afdeling Vastgoed. Dit betreft dan het gebouw gedeelte. De exploitatiebijdrage aan het Openluchtbad gaat via Sport.

Voor de buitensportaccommodaties geldt dat elk jaar worden de in het MJOP opgenomen werkzaamheden beoordeeld en in het geval van noodzakelijkheid in overleg en samenwerking met de verenigingen uitgevoerd.
Vanaf 2026 zal de privatisering van de kleedkamers van het  onderdeel van de wijkaccommodatie het Kulturhus in Wijthmen, worden doorgezet en van de MJOP verdwijnen. De begrote middelen worden (deels) ingezet ter compensatie van het onderhoud ten behoeve van Stichting Kulturhus Wijthmen.

Uitvoering

De gemeente is op onderdelen verantwoordelijk voor dagelijks onderhoud aan bijvoorbeeld (veld)verlichting, beregeningsinstallaties c.a. Hiervoor is een structureel budget gereserveerd op de gemeentelijke begroting, uitvoering van werkzaamheden gebeurt op basis van (storings)meldingen.
Verenigingen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren en financieren van klein dagelijks onderhoud aan kleedkamers.
Jaarlijkse schouwen worden uitgevoerd om te controleren of de verengingen de verplichtingen op een goede wijze uitvoeren.

Relevante ontwikkelingen

Voor wat betreft het uitvoeren van de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden valt op te merken dat de reserve op basis van het meest recente MOP voor de komende jaren voldoende gevuld is.
Voor het dagelijks onderhoud zijn voldoende structurele middelen beschikbaar op de sportbegroting.
Daar waar mogelijk onderzoeken we of het meerjaren onderhoud kan worden overgedragen naar de verenigingen, inclusief de daarvoor beschikbare middelen.

Risico's

Er zijn geen risico's als de bij de begroting 2026 ingediende budgetaanvragen worden gehonoreerd.

Financiën

Voor de uitvoering van de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden fluctueert het te besteden bedrag van jaar tot jaar. In de reserve D07 onderhoud sportaccommodaties  zijn de financiële gevolgen meerjarig vertaald.
Voor het gemeentelijk deel is op de sportbegroting 2026 een bedrag van € 172.554 begroot.

De verantwoording van de kosten valt binnen het programma Samen sterk in Zwolle, doel 1.1.2 Vitaal en gezond.

Buitensportaccommodaties; groen

Beleidskader

Het cultuurtechnisch onderhoud op de buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van jaarplannen. De uitvoering van deze plannen wordt gedekt door structureel geld. Op basis van analyse van voorgaand jaar wordt het nieuwe jaarplan gemaakt (waarbij kleine accentverschuivingen mogelijk zijn).

Uitvoering

De gemeente beschikt over ongeveer 30 (natuur/kunst)gras sportvelden. Ieder jaar wordt in ieder geval één natuurgras sportveld gerenoveerd middels een uitgebreide onderhoudsbeurt, die verder gaat dan het reguliere onderhoud aan het veld zoals dat door de ROVA wordt uitgevoerd. In samenspraak met de ROVA wordt begin van het betreffende jaar bepaald welk veld een uitgebreide onderhoudsbeurt moet krijgen.
Vanaf 2006 heeft de gemeente Zwolle op (bijna) alle Zwolse buitensportaccommodaties kunstgrasvelden aangelegd om de kwaliteit en de capaciteit van de sportparken te vergroten. Gezien de vervang cyclus van ongeveer twaalf jaar zijn de eerste vervangingen in 2017 gerealiseerd. In samenspraak met de ROVA en de afdeling beheer wordt begin van het betreffende jaar bepaald welk veld moet worden gerenoveerd

Relevante ontwikkelingen

Bij de vervanging van de toplagen van de kunstgrasvelden moet jaarlijks rekening gehouden worden met het aanbestedingsbeleid van de gemeente Zwolle, zodat pas na de aanbesteding kan worden vastgesteld of de vervanging binnen de gestelde financiële mogelijkheden kan plaatsvinden. De vervangingen tot en met 2020 zijn uitgevoerd binnen de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. De budgetten 2021 en 2022 waren beschikbaar gesteld voor de vervanging van de toplagen van vier velden, maar bleken slechts toereikend voor drie velden. Bij de Begroting 2023 is extra krediet aangevraagd voor de vervangingen in 2023 en verder gezien de sterk gestegen kosten en hogere kosten van andere infill.
In 2026 wordt er 1 veld vervangen (we hebben in 2025 1 extra veld vervangen). De toplaag is voorzien van 2x zand infill en 1 x non infill. Hiermee starten we het de uitfasering van infill van microplastics.

Risico's

De uitvoering van de cultuurtechnische werkzaamheden brengt geen risico’s met zich mee.

Financiën

Voor 2026 is voor de reguliere cultuurtechnische werkzaamheden een bedrag van € 1.266.417 excl. BTW  begroot (de kostenverhogende BTW wordt gecompenseerd vanuit de SPUK), dit is het budget voor 2022 verhoogd met de jaarlijkse inflatiecorrectie.
Voor het renoveren van een natuurgrasveld zijn structureel middelen beschikbaar op de sportbegroting, voor 2025 is hiervoor een bedrag van € 48.187 excl. BTW begroot (de kostenverhogende BTW wordt gecompenseerd vanuit de SPUK).
Voor vervanging van de toplagen van de kunstgrasvelden zijn vanaf 2017 structureel middelen gereserveerd op de gemeentelijke begroting waardoor het mogelijk is vanaf dat moment minimaal twee toplagen van de kunstgrasvelden per jaar te vervangen.

De verantwoording van de kosten valt binnen het programma Samen sterk in Zwolle, doel 1.1.2 Vitaal en gezond.

Deze pagina is gebouwd op 10/10/2025 07:33:06 met de export van 10/10/2025 07:24:21